Brakelaars betalen onterecht miljoenen teveel voor rusthuis Najaarszon

Sinds 2006 wordt het Brakelse rusthuis Najaarszon niet langer beheerd door het OCMW maar door een aparte vereniging waarin het OCMW slechts in minderheid vertegenwoordigd is. De plak wordt er gezwaaid door privé-investeerder Bruno Schollaert uit Horebeke.

Het OCMW blijft niettemin verplicht een aanzienlijk deel van de kosten te betalen. N-VA-raadslid Jan Haegeman volgt het dossier reeds van bij het begin op de voet. Toen in maart dit jaar een nieuwe factuur van Schollaert op de tafel van de OCMW-raad belandde, ging Haegeman in het verweer en vroeg een grondige screening. Gisteren (donderdag 13 december) stelde onderzoeksbureau BDO zijn doorlichting voor aan OCMW- en gemeenteraadsleden.

Jan Haegeman: “Ik ben echt geschokt. Uit de bevindingen van BDO – een onafhankelijk onderzoeksbureau – blijkt dat in 2011 alleen al de Brakelaars zowat honderdvijftigduizend euro teveel werd aangerekend door de uitbaters van het rusthuis. De voorbije jaren samen gaat het allicht om een bedrag van zowat een half miljoen euro of 20 miljoen Belgische frank! Dit betreft dan nog alleen de personeelskosten. We krijgen daarenboven ook telkens nog eens een factuur voor een bijdrage in de exploitatieverliezen. Ondertussen keert Bruno Schollaert zichzelf jaarlijks een bedrag uit van 50.000 euro en ontvangt daarbovenop ook nog eens 27.000 euro per maand aan huurgeld voor de nieuwe rusthuisgebouwen. Dit is gewoonweg degoutant. ”

De uitbaters van rusthuis Najaarszon spreken de bevindingen van BDO tegen en zwaaien met andere cijfers.

Jan Haegeman: “Het spreekt voor zich dat Bruno Schollaert zich verdedigt, dat is zijn goed recht. Ik wil de woorden kwade trouw of fraude dan ook niet meteen in de mond nemen maar het lijkt me logisch dat hier een ernstig onderzoek naar gevoerd wordt. Uiteindelijk zal iemand objectief moeten oordelen wie het bij het rechte eind heeft dan wel liegt: Schollaert of BDO. Ik heb dan ook een klacht ingediend bij de toezichthoudende overheid, de minister en de gouverneur, om deze zaak ten gronde uit te spitten.”

Volgens N-VA’er Jan Haegeman zit het probleem echter dieper dan louter cijfergegoochel.

Jan Haegeman: “Aftredend OCMW-voorzitter André Flamand heeft dit dossier van bij het begin mismeesterd. Het OCMW moet wel betalen – centen van de Brakelse belastingenbetaler – maar heeft geen enkele inspraak. Intussen betalen we nu reeds meer voor het rusthuis dan toen het OCMW het nog in eigen beheer had. Ik spreek absoluut niet tegen dat het rusthuis er nu veel beter aan toe is dan in het verleden, wat dat betreft heeft Schollaert uitstekend werk verricht. De manier waarop Najaarszon beheerd wordt kan echter niet door de beugel. Bruno Schollaert lapt zijn laars aan alle verplichtingen en organiseert geen beheerraden, legt geen rekeningen voor, stelt geen budget op… Ik weet dat meneer Schollaert mij een ongelooflijk lastpak vindt, maar wie werkt met belastinggeld moet nu eenmaal om kunnen met een democratische controle.”

De N-VA doet alvast een aantal voorstellen om op korte termijn een aantal verbeteringen door te voeren.

Jan Haegeman: “Ik stel alvast voor dat de OCMW-raad stopt met het betalen van de facturen van Schollaert tot er duidelijkheid is over de besteding van die bedragen. Daarnaast moeten we een complete transparantie eisen en moeten jaarrekening en begroting van het rusthuis worden voorgelegd aan de OCMW-raad. Er moet ook minstens vier keer per jaar een raad van beheer worden georganiseerd in het rusthuis.”

Tenslotte doet Jan Haegeman, aftredend OCMW-raadslid en toekomstig gemeenteraadslid, nog een aantal harde uitspraken aan het adres van de paarse meerderheid.

Jan Haegeman: “Wij wachten uiteraard de conclusies af van de gouverneur en de minister. Maar indien deze bevestigen wat wij vrezen en BDO het bij het rechte eind heeft, zal iemand hier zijn politieke verantwoordelijkheid moeten nemen. Het gaat dan niet alleen om OCMW-voorzitter André Flamand maar tevens om schepen van Financiën Johan Thomas die jaren heeft laten begaan in plaats van waakzaam toe te zien op de besteding van de belastingen. Ik sluit niet uit dat deze zaak nog een strafrechtelijk vervolg krijgt.”